ridderroman de overwinningsschreeuw klonk over het slagveld. in de verte klonken trompetten en opgewonden tromgeroffel. ridder sebastiaan keek triomfantelijk om zich heen, hij schreeuwde nog een keer: "ik ben onoverwinnelijk!" gezeten op zijn paard, leek hij ook onoverwinnelijk. de grond was bezaaid met lichamen en kleurde langzaam rood van het bloed. de handen van ridder sebastiaan waren ook rood, rood van het bloed van anderen. zijn zwaard had hij schoongeveegd aan de laatste man die hij had neergestoken en trots stak hij het weer bij zich. nog eenmaal keek hij naar de lichamen, medelijden voelde hij niet eens, alleen maar triomf. hij was onoverwinnelijk. hij gaf zijn paard de sporen en galoppeerde naar zijn mannen, de helden. toen was het slagveld verlaten, het behoorde nu aan de doden, over een paar jaar zou er niets meer van de strijd te zien zijn, maar nu durfde niemand zich er te vertonen. behalve de aaseters, zij kwamen langzaam aangevlogen en bleven een tijd boven het gruwelijke beeld vliegen. ze kwamen steeds een beetje lager. op het moment dat de eerste vogels landden klonk er een enorme schreeuw over het verlaten slagveld. de vogels schrokken en vlogen luid krassend weer op. moeizaam krabbelde er een man overeind, hij had onder iemand anders gelegen en was daardoor aan de dood ontsnapt. de wond op zijn hoofd was al opgedroogd en verward keek hij om zich heen. hij zag al zijn maten liggen, dood, hij zag het bloed op zijn handen en keek naar boven. toen schreeuwde hij nog een keer, het was een kreet van ongeloof, van wanhoop en verdriet. ze waren overrompeld, in de pan gehakt en simpelweg vermoord. "hier zul je voor boeten sebastiaan!" hij schreeuwde het uit, hij wist dat hij de enige was die al zijn maten kon en moest wreken. "ik, ridder richard van torenveld, zal wraak nemen. wraak op jou sebastiaan!" hij brulde het over het veld, wetende dat niemand het kon horen en nog niet wetende hoe hij ooit wraak zou moeten nemen. hij verzonk in gebed, zegende op zijn manier zijn maten en vertrok toen in oostelijke richting. toen hij bij een dorp in de buurt kwam, zag hij zwarte rookpluimen. de ridders van sebastiaan hadden een spoor van verwoestingen achtergelaten. hij trok het dode dorp door, op zoek naar een plaats waar hij nog welkom zou zijn. het liep tegen de avond toen hij bij een eenzame boerderij aankwam, het zag er verlaten uit, maar toch klopte hij aan. de deur ging een heel klein stukje open, toen was gezien dat hij maar alleen was, werd er verder opengedaan. in de deuropening stond een grote man met een hooivork in zijn hand. ridder richard keek hem nog aan voor hij het bewustzijn verloor. toen hij weer bijkwam lag hij op een bed van hooi, hij had hoofdpijn en toen hij naar zijn hoofd greep voelde hij een verband. langzaam wist hij weer wat er gebeurd was en waar hij nu moest zijn. er kwam een blond meisje naast hem zitten. "gaat het weer een beetje?" hij knikte alleen en zei liep weer weg. wat later kwam haar vader bij hem. de mannen praten over wat er gebeurd was, maar ridder richard wilde verder. hij was dankbaar voor de gastvrijheid, maar hij wilde achter sebastiaan aan. ridder sebastiaan had een reputatie van keiharde geweldenaar en de boer gaf ridder richard een paard en zijn zegen. de hele streek wilde een eind aan de tirannie van hun zogenaamde beschermheer sebastiaan en de boer wenste hem heel veel geluk. in schone kleren en op een paard kreeg richard weer een beetje zijn ridderlijke gevoelens terug. hij bedacht een plan terwijl hij naar zijn eigen kasteel terugreed. daar werd hij ontvangen als een held, iedereen had hem doodgewaand en wilde hem nu bij zich houden. zijn vrouw, liselotte, wist echter dat ze hem nooit zou kunnen weerhouden van zijn wraak en toen hij ook zei dat hij ging om ridder sebastiaan voor eens en voor altijd de mond te snoeren, kuste ze hem vaarwel en liet hem gaan. richard reed naar het kasteel van sebastiaan, vanuit de verte kon hij de vlaggen al zien hangen, ten teken dat sebastiaan aanwezig was op het kasteel. richard had niets aan waaraan hij herkenbaar was als ridder richard. hij wist dat hij dichtbij sebastiaan moest komen als hij hem kwaad wilde doen, dus deed hij zich voor als iemand die zich bij sebastiaan en zijn ridders aan wilde sluiten. natuurlijk ging dit niet gemakkelijk, sebastiaan wist ook wel dat hij vijanden had, dus de nieuwe ridders moesten helemaal onderaan beginnen. doordat sebastiaan op het slagveld ook verliezen had geleden, was het vrij makkelijk om tussen de ruige ridders van hem te komen. richard wist dat hij goed op zijn woorden zou moeten letten, maar het viel hem alles mee hoe wantrouwend ze waren. hij was een goede en vaardige vechter en hij kwam al gauw in de eerste troep van sebastiaan terecht. bij zijn zogenaamde raadsheren. sebastiaan gedroeg zich als een koning en vond dus dat hij een leger moest vormen, net als een koning. het liefst wilde hij de koning verslaan, om dan zelf de macht over te nemen en daar waren de plannen al vergevorderd voor. dit was natuurlijk helemaal niets voor richard, maar hij moest zich verbijten om vertrouwen te blijven wekken. op een avond, terwijl alle mannen bij elkaar zaten, ging het gesprek over het slagveld waar richard de enige overlevende van was. hij raakte zo opgewonden over de, in zijn ogen, domme praat dat hij opstond en vertelde hoe het was gegaan. dat het een vooropgezette valstrik was, dat het stiekem en achterbaks was en dat sebastiaan een minne man was, die niet gevolgd diende te worden. sebastiaan stond op en zag in hem de verrader, waar hij altijd al bang voor was geweest. richard wist dat zijn laatste uur geslagen had, maar hij wist ook dat sebastiaan eergevoelig was. hij daagde hem uit om het zelf af te maken. "laat niet je mannen jouw werk doen, maar vecht met me. zoals ridders horen te vechten, laat ons vechten op leven en dood en de mannen zullen zien wie er gelijk heeft!" sebastiaan was overtuigd van zijn eigen onoverwinnelijkheid en stemde toe. de strijd was zwaar, het was hard tegen hard en op het moment dat sebastiaan dacht dat hij richard neer kon steken draaiden de rollen. richard haalde een keer uit en trof sebastiaan dodelijk. plotsteling was het helemaal stil, ridder richard keek naar de mannen en zei: "wees verstandig en ga naar huis, de oproerkraaier is dood en de goede tijden zullen aanbreken." niemand durfde tegen hem in te gaan, hij had hun voorbeeld gedood, hij was sterker dan degene die had beweerd onsterfelijk te zijn. god was altijd met diegene die gelijk had, dus dat was ridder richard. langzaam liep het kasteel leeg en kon ridder richard terugkeren naar zijn eigen kasteel en zijn eigen vrouw.