roodcapje nog niet zo lang geleden woonde er in een grote stad een meisje, samen met haar moeder in een leuke flat midden in de stad. oma had ook een hele tijd bij ze in huis gewoond, maar omdat ze nu toch echt wel ging dementeren was ze nu in een verzorgingshuis geplaatst. het meisje had altijd een rode baseball cap op haar blonde krullen en haar moeder noemde haar dan ook altijd roodcapje. roodcapjes moeder had heerlijk ruikende koekjes gebakken en die pakte ze nu in een vrolijk uitziend mandje. roodcapje zag de bui al hangen en probeerde stiekem naar buiten te komen, maar haar moeder zag het en dus mislukte de poging. "roodcapje, wil je deze koekjes naar oma in het verzorgingshuis brengen? als je nu gaat, ben je nog voor donker weer terug." roodcapje keek haar moeder en zei boos: "waarom moet ik altijd naar oma? je kan best een keertje zelf gaan. al die oude mensen." roodcapjes moeder zuchtte. "waarom doe je nu zo moeilijk, als ik op de fiets ga ben ik een hele tijd onderweg. jij bent zo weer terug met de brommer." "ik heb geen brommer, ik heb een scooter! maar het is al goed hoor, ik ga wel weer." roodcapje trok haar jas aan en haar moeder kwam haar achterna met de koekjes en haar helm. nu zuchtte roodcapje, maar haar moeder was onverbiddelijk, ze moest de koekjes meenemen. gelukkig startte de scooter wel in een keer en terwijl haar moeder in een wolk van uitlaatgassen stond, scheurde roodcapje er van door. het ritje naar het verzorgingshuis vond ze altijd wel fijn. er werd niet gecontroleerd, omdat het dwars door een stuk bos ging, dus ze kon altijd voluit rijden. dan haalde haar scooter zo de tachtig kilometer per uur. roodcapje schrok dan ook enorm toen ze in de verte iemand zag, die verdacht veel op een politieagent leek. ze liet gelijk haar gas los en minderde vaart. de agent liet haar stoppen en keek haar zorgelijk aan. "wat is er?" ze vroeg het geergerd, nu kon ze ook al niet lekker hard rijden. "er is een wolf losgebroken uit de dierentuin en de kans is groot dat hij zich in dit stuk bos verstopt heeft." roodcapje snoof minachtend. "en wat heb ik daar mee te maken, ik ben heus wel snel genoeg weg." de agent bekeek haar scooter en het was dat hij nu niet op controle was, anders had hij haar zo van de weg gehaald. "toch moeten we iedereen waarschuwen, jou dus ook. wees voorzichtig en als je wat ziet moet je dit nummer bellen." hij gaf haar een kaartje met een mobiel nummer erop. "ja, da's een hartstikke duur nummer, helemaal als ik dat met mijn mobieltje moet doen." de agent lachte cynisch. "nou, als het echt nodig mocht zijn, heb je dat er vast wel voor over." "ja, vast wel." roodcapje startte haar scooter weer. de agent zetten een stap opzij om haar voorbij te laten, toen de gaswolk opgetrokken was, had hij spijt dat hij haar niet aan had kunnen houden, volgens hem zat er niets orgineels meer aan die scooter. ondertussen had de oude grijze wolf, die zich vlakbij in de bosjes verschool, het hele verhaal gehoord en hij besloot het meisje te volgen. ze was nog jong en mals, het leek hem wel wat. roodcapje, die nu toch wat rustiger reed, had niets in de gaten van de wolf, die haar snelheid makkelijk bij kon houden. hij was dan misschien een dierentuinwolf, maar ze hadden hem er niet van kunnen weerhouden om te trainen. hij vroeg zich af waar ze heen zou gaan, in de verte zag hij ook wel een groot gebouw, maar hij wist niet wat het was. doordat om het verzorgingshuis een groot park was, kon de wolf zich makkelijk schuilhouden terwijl roodcapje haar scooter op slot zette. ze pakte het mandje met koekjes en liep naar binnen. de wolf zag hoe de deuren vanzelf opengingen en hij dacht dat dat voor hem ook wel zo zou gaan. hij liep dus ook naar de deuren, die inderdaad openzoefden. achter de portiersbalie was het leeg, verderop stond een televisie te schreeuwen en de portier zat er voor met en flesje bier. hij had roodcapje wel gezien, maar de wolf niet, omdat deze niet boven de balie uitkwam. de wolf was roodcapje even uit het oog verloren, maar toen hij de geur van koekjes rook, ging hij gewoon zijn neus achterna. roodcapje stond te praten met een in het wit geklede mevrouw. de verpleegster vroeg waar ze heen ging. roodcapje vertelde dat ze naar haar oma ging op kamer 89. de wolf sloop zachtjes langs de twee pratende vrouwen en zocht zelf kamer 89. hij besloot dat oma vast wel een lekker voorafje zou zijn. hij drukte de deur open en verslond de in bed liggende vrouw met huid en haar. hij zocht vervolgens in de kast naar wat kleren die hij snel aantrok. hij hoopte dat roodcapje vlug zou komen, want oma was wel erg taai geweest en ze gaf hem een nare nasmaak. toen de deurklink bewoog kroop de wolf nog iets verder onder de dekens. roodcapje kwam binnen met haar mandje koekjes. "dag oma, hoe is het ermee?" "goed hoor, kindje, goed hoor." roodcapje keek eens even goed naar haar oma. "oma, wat heb je ineens grote ogen." "ja kindje, dan kan ik beter zien." "maar oma, u hebt ook ineens van die grote oren." "ja kindje, dan kan ik beter horen." roodcapje voelde nu nattigheid, helemaal toen ze de grote mond van haar zogenaamde oma zag. "oma, wat heb je een grote mond." "dan kan ik jou beter opeten!" toen de wolf dit zei kwam hij uit bed gesprongen. roodcapje zette het op een lopen en tijdens het lopen drukte ze het nummer in dat de agent haar had gegeven. ze gilde toen ze de warme adem van de wolf voelde, ze rende naar beneden door de schuifdeuren. deze gingen achter haar gelijk dicht en even kon ze haar voorsprong uitbouwen, doordat de wolf er tegenaan liep. de wolf kwam echter steeds dichterbij en net op het moment dat hij naar roodcapjes benen hapte klonk er een schot. de wolf viel gelijk dood neer en roodcapje zakte hijgend op de grond. ze bekeek de wolf en zag dat er nog wat bewoog in zijn buik. ze pakte haar zakmes en toen ze hem open had gesneden kwam haar oma eruit. oma snapte er helemaal niets van, maar zij en roodcapje hebben tegen de schrik maar gauw alle koekjes opgegeten. en zo kwam het toch weer goed!