roodkapje er was eens een heel lief klein meisje, die alles over had voor haar oma. het meisje woonde bij haar ouders in olst en haar oma, 83 jaren jong, woonde alleen in hartje kampen. dit meisje ook wel roodkapje genoemd, omdat ze altijd met een rood kapje opliep die ze van haar oma gekregen heeft, hield heel erg veel van haar oma en haar oma zelfs nog meer van haar. twee keer per week ging roodkapje alleen met de trein naar oma toe, om haar wat lekkers te brengen en als ze wat geld van ouders kon pakken zonder dat zij dat in de gaten hadden, nam ze ook wat geld mee en andere keren ging ze alleen om oma gezelschap te houden. op een zekere dag in november wilde ze weer naar oma toe, maar haar ouders vonden dat echt geen goed idee, omdat het ontzettend slecht weer was. het stormde en regende af en toe en het was midden op de dag al naargeestig donker. dus zelfs voor een volwassene was het niet al te verstandig om het huis te verlaten. maar roodkapje was vast besloten om te gaan, vooral ook omdat oma zich de laatste tijd niet zo goed voelde en daardoor niet goed voor zichzelf zorgde. haar ouders probeerde haar op allerlei manieren tegen te houden, ze kwamen zelfs met een aantal zeer indrukwekkende statistieken aanzetten, over geweldplegingen met slecht weer. maar roodkapje was niet bang te krijgen, misschien kwam het wel door haar leeftijd dat ze het gevaar nog niet zag, ze was tenslotte nog maar acht jaar oud. en ze was vast van plan haar oma te helpen, straks ging ze dood, omdat roodkapje haar geen eten had gebracht, nee met die gedachte zou ze nooit kunnen leven, ze zou niet meer in de spiegel durven te kijken. ze ging of haar ouders dat nou goed vonden of niet. na veel geharrewar brachten haar ouders haar dan eindelijk naar de trein, waar ze niet in mocht stappen voordat ze naar allerlei raadgevingen had geluisterd en beloofd had ze ook op te volgen mocht de situatie zich voordoen. de treinrit naar zwolle duurde weer eens onbehoorlijk lang, de ns had weer eens problemen, waarmee wisten ze waarschijnlijk zelf niet eens. maar het zorgde er wel voor dat roodkapje haar aansluiting miste en een tijdje op het station van zwolle moest wachten op de trein naar kampen. terwijl ze daar stond te wachten tussen allerlei lotgenoten kwam ze eindelijk achter de ware reden van hun vertraging. er was een wolf gesignaleerd op een van de peronnen en men was bang dat hij in trein gekomen was. daarom hebben ze eerst de gehele trein doorzocht voordat ze verder reden. roodkapje kon hier hartelijk om lachen, 'een wolf,, wat een onzin zoiets gebeurd toch alleen maar in sprookjes, en die dingen zijn al zo oud dat ze niet in treinen voor kunnen komen. dit is wel het zwakste excuus wat ik ooit gehoord heb, wat een organisatie die ns!' na een goed half uur kwam dan toch de trein die ze nodig had en die reed keurig op tijd en kwam dus ook op tijd in kampen aan. vanaf het station liep roodkapje naar haar oma, dat scheelde in de kosten en ach zo ver was het ook weer niet. toen ze ongeveer vijf minuten aan het lopen was had ze het gevoel dat er iemand achter haar aanliep, na al haar moed bij elkaar geraapt te hebben keek ze da eindelijk om. ze kreeg de grootste schok van haar leven, het was een wolf! aan zijn blik en aan het kwijl dat langs zijn bek droop te zie had hij enorme trek en wel in haar! oh hoe ging ze dit dan weer oplossen, ze kende het sprookje wat naar haar vernoemd is wel, maar zij had geen aardige jager in de buurt. ze besloot dat de aanval de beste verdediging was en begon dus een gesprek met de wolf, heel neutraal. 'goh jij bent een wolf he, zat jij soms bij ons in de trein?' 'ja dat was ik, hoezo?' 'nou dan heb ik dankzij jou een vertraging van een uur opgelopen, m'n oma zal zich wel afvragen wat er gebeurd is, je wordt bedankt hoor!' 'niks te danken hoor', antwoorden de wolf, 'je denkt toch niet dat ik het expres gedaan heb he, ik kon toch ook niet weten dat ze me gingen zoeken. ik heb me maar tijdelijk verstopt op het toilet en toen ze me watvroegen heb ik zo mannelijk mogelijk antwoord gegeven. gelukkig hadden ze niets in de gaten.' ja ja roodkapje geloofde gewoon niet dat de wolf geen kwaad in de zin had gehad, natuurlijk wist hij dat de mensen hem gingen zoeken, maarja wat kon ze daar nu nog aan doen, ze liet hem maar. 'waar ga je eigenlijk naartoe als ik zo vrij mag zijn je dat te vragen?' 'ik heb je toch al gezegd dat ik naar mijn oma ga, ze woont niet ver hier vandaan op de stationstraat naast de bakker, en ik moet opschieten want ze is ziek.' de wolf had wel zin in ee lekker hapje, hij had het vandaag al zonder ontbijt moeten doen, maar om nu ook zonder avondeten naar bed te gaan, nee dat was hij toch zeker niet van plan. maar hij zag ook wel in dat dit meisje veel te bijdehand was om zo te pakken te krijgen, dan maar via de oma. hij richtte zich weer tot het meisje, ;jij redt je verder wel he, het is vast niet de eerste keer dat je hier bent. wie weet tot ziens.' 'dag hoor, en blijf aub uit mijn trein als ik straks weer naar huis toe ga.' nou dat was natuurlijk geen probleem voor de wolf want als het aan hem lag dan zou ze nooit meer naar huis gaan. de wolf sloeg een weg naar rechts in en roodkapje liep door, vastbesloten om zo snel mogelijk haar oma te zien. ze was al bijna bij haar oma toen ineens een heel naar gevoel haar overviel, wat nou als de wolf inderdaad naar haar oma was gegaan, dan ging hij straks ook haar opeten. roodkapje pakte de mobiele telefoon uit de fruitmand die ze voor oma mee had gebracht en draaide 1-1-2, daar red je tenslotte levens mee. de politie wilde haar in eerste instantie niet geloven, maar toen ze zei dat ze anders de ns maar moesten bellen, ging er bij de medewerker een belletje rinkelen. ze zouden er snel mogelijk naartoe komen met een medewerker van de dierentuin. roodkapje wachtte net zolang tot dat ze de wagen aan zag komen rijden, voordat ze ook maar een stap verder liep. de politie was er gelukkig nog net op tijd,doordat de wolf onderweg opgehouden was door een stel opgeschoten jongens die op hem gingen jagen in plaats van andersom.