jurian en quintiabella de schildknaap van ridder maarten heette jurian. maarten was een goede heer en, al was hij dan van hoger rang, goed bevriend met jurian. wanneer jurian in de problemen zat hielp maarten hem. zo had eens een jongeling van adel zijn eten gestolen, puur om hem te pesten. bij elke andere schildknaap zou de jongeling in bescherming genomen zijn door de andere edelen, maar maarten had er voor gezorgd, dat jurian zijn eten terug kreeg en de jongeling kreeg stokslagen. jurian had nu de leeftijd bereikt dat hij mee mocht doen met de steekspelen. de zwaardmeester van maarten had hem goed getraind, maar nu het zover was, was jurian erg zenuwachtig. "gedraag je eens rustig" zei maarten tegen hem, "als je ooit nog tot ridder geslagen wilt worden, wees dan ten allen tijden kalm. al zou de duivel zelf op je afkomen." jurian ontspande zich, rechtte zijn rug en kuchte morgen te noen was het zover; dan moest hij het paard op met de lans. maar vandaag al ging hij oefenen, om zich voor te stellen hoe het zou zijn. hij werd het paard in getild, nadat hij in zijn loodzware harnas was geholpen. de zwaardmeester stond aan de andere kant van het strijdperk. "denk aan je concentratie" zei maarten nog. en daar ging jurian: de schouders naar voren, de lans naar voren en de blik op zijn tegenstander gericht. de paarden weken al uiteen om niet te botsen, en daar stak de lans van jurian al tegen het kuras van de zwaardmeester, die van het paard viel en enkele malen over zijn zij rolde. maarten klapte: "goed gedaan, goed gedaan!" ook klonk er geklap vanaf de tribune. jurian keek verbaasd richting tribune en zag daar de wonderschone dochter van de vorst zitten: quintiabella. jurian liet zijn helm nog even op, zodat de anderen niet zijn rode hoofd zouden zien. quintiabella was echter van een veel te hoge rang, wist jurian. ze kwam vaker kijken bij allerlei toernooien en oefeningen, hoewel de vorst dat niet echt goed zou vinden. de vorst was echter meestal ver van zijn kasteel, en de huisknecht die op haar moest passen nam het niet zo nauw. jurian had haar al vaker gezien en vond haar de schoonste jonkvrouw die hij ooit had gezien. (bovendien was zij de enige jonkvrouw die hij ooit had gezien, maar daar dacht hij liever niet aan.) het was de volgende dag en het noenuur was aangebroken. jurian probeerde kalm te blijven en zich te concentreren, zeker nu quintiabella vanaf de kant toekeek. zijn tegenstander was voor hem nog onbekend. de winnende lansier zou ontmaskerd worden en kreeg veel roem en eer. en wanneer men deze eer had, werd de kans groter op een hogere rang in de orde. zijn tegenstander droeg precies hetzelfde harnas als jurian, op een rode veer in de helm na (jurian had een gele veer). het paard van de tegenstander stond ongeduldig te wachten, en toen het startsein klonk, stormde het als de wind naar voren. het paard ging niet opzij, maar het lukte jurian op tijd zijn lans naar het midden te pareren en de onbekende lansier van zijn paard te stoten. er klonk een luid applaus. jurian trad van zijn paard en liep eerst naar de onbekende toe, zodat hij hem kon feliciteren. maar de onbekende snauwde: "denk nu heus niet dat je beter kunt vechten dan ik. ik daag je uit: over zeven dagen tijdens de metten op dit strijdperk: zwaard tegen zwaard." jurian schrok. wat moest hij doen? toen riep de zwaardmeester hem, dat hij zich moest tonen. jurian liep naar voren, lichtte zijn helm, en boog, en boog vooral naar quintiabella. jurian ving haar blik. ze glimlachte en haar wangen werden rood - snel boog ze haar hoofd. de volgende dag stond jurian klaar met een zwaard op het afgesproken tijdstip, op de afgesproken plek. hij keek om zich heen, maar zag helemaal niemand, en dus ook de onbekende niet. hij liep het zand over om een kijkje bij de stallen aan de overkant te gaan nemen. plotseling hoorde hij een kreet achter zich. jurian keek om en zag nog net hoe de onbekende, met een masker op, op hem af stormde met geheven zwaard. de kreet was van quintiabella gekomen, die het strijdperk op was gerend om de onbekende strijder tegen te houden. maar deze duwde haar omver om verder te kunne rennen. jurian werd woest om deze onedele daad. niet alleen had hij de regels van het duel gebroken, maar woester was jurian omdat hij een jonkvrouw, en wel quintiabella had geschonden. buiten zinnen rende hij nu op de onbekende af, en met een grote slag hieuw hij in de zij van zijn tegenstander. deze stortte ter aarde en bleef dood liggen. jurian ontdeed hem van het masker en zag wie het was: de zoon van ridder johan van hoogmeer! de ridders van dit geslacht streden al jaren tegen de ridders van de vorst, een vete die draaide om een stuk land aan de grens van het rijk. de zoon van ridder johan had natuurlijk de opdracht gekregen te infiltreren in de ridders van de vorst! hij had moeten winnen van jurian om zo meer naam te verwerven, maar toen dat was mislukt, had hij jurian willen doden om te voorkomen dat deze meer roem kreeg dan hij. toen de vorst hoorde dat jurian deze onedele infiltrant had gedood, werd johan tot ridder geslagen. quintiabella liet aan de vorst merken hoe edel en dapper zij jurian vond. en toen de vorst zag dat ze verliefd was, schonk hij jurian de hand van zijn dochter. jurian werd een befaamd en edel ridder, die streed voor zijn vorst en hield van zijn vrouw.